Het klooster bij Poblet is een prachtig gebouw in sobere Cisterciënzer bouw met nog een vrijwel onveranderde middeleeuwse ommuring.
Het Klooster van Poblet is voortgekomen uit de abdij van Fontfroide, vlakbij Narbonne. En dankt zijn naam aan een bos vlakbij (poblet betekent populier). Het leven van de abdij werd een hele tijd verstoort door de kruistochten tegen de Albigois, vooraleer zijn ontwikkeling te vervolgen. Zoals Santes Creus, is de abdij het slachtoffer van de Cortès die haar afschaffen in 1823. Ze wordt definitief verlaten 10 jaar later, en dan geplunderd. Men begon een restauratie in 1875. In 1940 werd ze terug bevolkt door monniken, er wonen er nu een stuk of dertig aan de bordjes en bekers in de eetzaal te zien.
Het bouwen van het klooster begon op het einde van de XII eeuw. Zijn afmetingen zijn indrukwekkend: 40×35 meter. Hij is verdeeld in de romeinse stijl (zuidelijke galerij) en de gothische stijl. In het gothische gedeelte, zijn de bogen driedelig en met rozetten versierd. In de galerijen staan stenen banken waar de monniken konden zitten lezen, vandaar de bijnaam van het klooster "het leesklooster". De noordelijke galerij komt uit op de eetzaal, de keuken et de verwarming. Zoals in Santes Creus, staat het wijwatervat in een zeshoekig bouwwerk. De gewelven zijn minder rijk versierd dan in Santes Creus, maar het geheel heeft veel meer uitstraling. Er is ook een eerder in de XVde en XVIde eeuw gebouwd klooster maar daar zijn maar enkele resten meer van te zien.
Met de bouw van de kerk werd in 1166 begonnen. Het kerkschip heeft zeven travees. Het Koninklijke Patheon heeft twee bogen en hier zijn de grafzerken van de Koningen van Aragon et Catalogna te zien.Zij waren heel lang de beschermers van het klooster. Je kon als het ware onder hun graven door lopen.
Het klooster van Poblet is het grootste bewoonde Cisterciënzer complex van Europa. In 1991 werd het door de UNESCO op de vergadering van Alger uitgeroepen tot Werelderfgoed.